Door Eva Oude Elferink / 19 april 2017

Woensdag verloor de omstreden christen Ahok de gouverneursverkiezingen van Jakarta. Zijn islamitische uitdager Anies won. Het lag niet alleen aan de blasfemiezaak die Ahok parten speelde, ook aan zijn ramkoers in Indonesië.

Wat over is van het huis van Ikah (30) ligt opgestapeld voor haar tent. Een verzameling brokstukken en versplinterde balken met in het midden een plant in een doorzichtige emmer. Ooit was het een woonkamer, twee slaapkamers. Tot vorig voorjaar op bevel van gouverneur Basuki ‘Ahok’ Tjahaja Purnama bulldozers in kampong Akuarium verschenen. Binnen een dag werd de arme visserswijk in het noorden van de Indonesische hoofdstad Jakarta teruggebracht tot een hoop stenen, stof en ronddwarrelend plastic.

Temidden van al het puin ging het leven door. Van golfplaten en afvalhout zijn huizen gebouwd. Sommigen, zoals Ikah en haar gezin, wonen nu in langwerpige legertenten. Eerst sliepen ze hier met vijf families, vertelt ze. Alleen zij en de ratten zijn nog over. Ze lacht, kijkt naar haar zoontje van anderhalf die op blote voetjes over de keien banjert door wat nu ‘thuis’ is. Ze moeten hier weg, net als de andere paar honderd achterblijvers, maar willen niet. „Waarheen dan?”

Ahok, die woensdag hoopt te worden herkozen als gouverneur van Jakarta, staat niet bekend om zijn geduld. Sinds hij in 2014 zijn partijgenoot en nu president Joko ‘Jokowi’ Widodo opvolgde, maakt hij vaart de grootste plagen van de stad aan te pakken. Corruptie, de eeuwige files en vervuiling. Koos Jokowi voor de dialoog, Ahok – als christen van Chinese komaf sowieso al omstreden in ’s werelds grootste moslimland – is van de ramkoers. Ambtenaren die hun zakken vullen? Wegwezen. De lokale bureaucratie? Kan worden omzeild.

Politieke vijanden

Het resultaat: een lange lijst met politieke vijanden, zelfs binnen zijn eigen partij. Maar ook: straten die niet meer vol troep liggen, kinderen uit arme gezinnen die gemakkelijker naar school kunnen en het budget van de stad dat ruim binnen de begroting blijft. Ahok maakte zich er populair mee onder de inwoners van Jakarta. Tot een paar maanden geleden. Door een vermeende blasfemiezaak – de christelijke gouverneur zou tijdens een toespraak de Koran hebben beledigd – en daaropvolgende massademonstraties tuimelde koploper Ahok in de peilingen.

De strijd om het gouverneurschap lijkt sindsdien te zijn teruggebracht tot de vraag of moslims wel op een niet-moslim mogen stemmen. De situatie in kampong Akuarium laat zien dat het zo simpel niet is.

Een probleem op zijn lijstje dat gouverneur Ahok wil afvinken: de zwaar vervuilde rivieren die Jakarta regelmatig overstromen. Dus liet hij rivieren verbreden, schoonmaken en van nieuwe betonnen muren voorzien. Daarvoor moesten eerst de bewoners wijken die in bij elkaar getimmerde huizen tot diep in de rivierbedding woonden. Bij Akuarium speelde nog iets mee: de kampong ligt naast de oude koloniale haven van Sunda Kelapa, een van de plekken die Ahok wil ‘opschonen’ voor toerisme. Volgens de Jakarta Legal Aid Institute zijn de afgelopen twee jaar in totaal bijna 14.000 families hun huis kwijtgeraakt.

De waarschuwing kwam in de vorm van een brief. Soms twee, soms één week voordat de bulldozers arriveerden. Een geïmproviseerd straatbordje (‘Jalan Keluar’, uitgang) herinnert aan de datum waarop ze in Akuarium verschenen: 11 april 2016. Nur Aimah (55), een kleine vrouw in een vrolijk geel shirt, zag met eigen ogen hoe haar huis in één klap verdween. Zij had nog geluk. Ze was thuis, heeft wat spullen in veiligheid kunnen brengen. Maar sommige buren, vissers zoals velen hier, waren op zee. Hadden de brief gemist. „Er was geen genade.”

VOC-pakhuizen

Nur hoort bij de achterblijvers. Haar handeltje in poederdrankjes en kretek-sigaretten zet ze voort vanuit een huis opgetrokken uit ongelijke planken, met uitzicht op wat ooit VOC-pakhuizen waren. Maar klanten komen niet meer. Niemand komt hier nog, schampert ze.

En dan had Nur nog een keus. Voor de slachtoffers van de huisuitzettingen bouwt de lokale regering op verschillende plekken in de stad goedkope huur-appartementen. Alleen: dan moet je wel een Jakarta-identiteitskaart hebben. Geen vanzelfsprekendheid in kampongs als Akuarium. Nur hééft zo’n pasje. Ze kon verhuizen naar een éénkamerappartementje in Rawa Bebek, een reeks non-descripte flatgebouwen op zo’n 25 kilometer van waar ze nu woont. Ze weigerde. „Wat moet ik daar? Mijn leven is hier”, zegt ze. Bovendien, hier betaalt ze geen huur. „Ik kan dat niet opbrengen.”

Mensen als Nur zijn een speelbal geworden in de strijd om het gouverneurschap – en de wirwar aan machtsspelletjes die op de achtergrond spelen. Ahok toont zich weinig rouwig over de collateral damage van zijn uitzettingsbeleid. Zijn uitdager Anies Baswedan maakt er juist een speerpunt in zijn campagne van. Kies hem en er komt een einde aan de gedwongen huisuitzettingen. Én: wie verhuisd is, kan eigenaar worden van zijn appartement. Zonder aanbetaling.

Onrealistisch, volgens critici. Maar aan dat soort geluiden hebben ze in kampong Akuarium geen boodschap. Overal hangt het lachende gezicht van Anies en zijn running mate. Op stickers. Op posters. Vlak voor de eerste ronde van de verkiezingen in februari kwam hij hier nog langs. Wie dat ook deed: oud-generaal Prabowo Subianto. De voormalige schoonzoon van Soeharto verloor in 2014 nipt de presidentsverkiezingen van Jokowi en wordt nu vaak genoemd als diens uitdager in 2019.

Prabowo steunt Anies

Dat is later, voor nu steunt Prabowo gouverneurskandidaat Anies. En de mensen in Akuarium. De legertent waarin Ikah en haar gezin wonen,

doneerde hij. Ikahs gezicht licht op als het over Prabowo gaat. Dát is pas een sterke leider. Met een omstreden verleden. Zo wordt Prabowo gezien als de aanstichter van de anti-Chinese rellen in 1998, waarbij meer dan duizend mensen kwamen. De rellen braken uit op een strategisch moment: het land verkeerde in een zware economische crisis, studenten kwamen in opstand en het regime van Soeharto dreigde om te vallen. Wat uiteindelijk alsnog gebeurde.

Prabowo heeft van zijn hekel aan Chinezen nooit een geheim gemaakt. Van zijn nauwe banden met knokploegen als FPI (Front van de Verdedigers van de Islam) evenmin. Deze moslimhardliners vallen regelmatig minderheden aan. Hun laatste prooi: Ahok. Zij waren het die in november en december honderdduizenden mensen mobiliseerden om te eisen dat hij achter tralies zou verdwijnen. Vorige week zou de strafeis in de blasfemiezaak worden uitgesproken, maar dat is uitgesteld tot een dag na de verkiezingen.

Altijd weer die Chinezen

Ook de inwoners van kampongs als Akuarium liepen mee in de demonstraties. Natuurlijk waren ze boos dat Ahok hun geloof aanviel. Maar in hun nieuwe leven tussen de puinhopen is dat bijzaak. Hij nam hun huis af, zonder alternatieven te willen overwegen, zonder het gesprek met hen aan te gaan. En voor wat? Vast voor zijn rijke Chinese vastgoedvriendjes. Een man die zichzelf John noemt, zwarte paardenstaart en donkere zonnebril, spuugt de woorden uit. Altijd weer die Chinezen. Hij woonde zelf niet in Akuarium, maar is hier „om de mensen te steunen”.

Op Johns T-shirt prijkt een rood embleem met daarin de letters RKTMP, Resimen Khusus Trisula Macan Putih (letterlijk vertaald: Speciaal Regiment Drietand Witte Tijger). Over wat ze doen, blijft John vaag. Hun website staat vol plaatjes van strijders, gebalde vuisten en: Prabowo Subianto.

De kritiek op Ahoks beleid komt ook uit een andere hoek. Begin dit jaar oordeelde de rechter dat bij de uitzettingen in Bukit Duri, een kampong enkele kilometers zuidwaarts langs de Ciliwung-rivier, de regels zijn overtreden. Zo werden huizen platgegooid terwijl het bezwaar nog liep dat de bewoners hiertegen hadden ingediend. Voor hun huis is het te laat – waar ooit hun wijk stond, wordt nu een weg aangelegd – maar ze eisen wel compensatie.

Daarbij ruziën ze met lokale overheid over wie nu eigenaar is van de grond. De oude bewoners, zegt hun advocaat. „Ze hebben papieren om dat te bewijzen.” Niets van waar, stelt Ahok. De huizen zijn illegaal gebouwd. Tegen de uitspraak van de rechter is beroep aangetekend.

Rijstkoker

Niet iedereen had zin in een gevecht. Heti Holisan (36) zit met haar benen gekruist op een matras dat een groot deel van haar appartement inneemt. Een rijstkoker op een houten tafeltje doet dienst als keuken, een stapelbed zonder matrassen is omgetoverd tot kast. Vorig jaar verhuisde ze met haar twee kinderen en ouders naar de gesubsidieerde appartementen in Rawa Bebek. Haar oude huis in Pasar Ikan, nog zo’n wijk, mist ze geen moment. Het zat vol asbest, zegt Heti. „En elke dag liep het water bij vloed binnen.” Ze lacht, wijst naar haar knie. Soms tot daar. Je went eraan.

Wat dat betreft is ze er op vooruit gegaan. Hier op de derde verdieping zit ze droog. Maar om bij de Chinese taalcursus te komen waar ze de administratie doet, is ze nu drie uur onderweg. Zes dagen per week. Haar kinderen, die bij haar ouders een paar deuren verderop slapen, ziet ze op zondag. Ze heeft geen keus, zegt Heti. Het lukt met haar salaris van 1,5 miljoen rupiah (106 euro) nu al nauwelijks om de 600.000 rupiah aan huur op te brengen voor haar appartement en dat van haar ouders. Ze loopt drie maanden achter, zegt ze zacht. Zij niet alleen: onlangs werd bekend dat Jakarta nog wacht op in totaal zo’n 1,37 miljard rupiah aan huur van deze appartementen, omgerekend bijna een ton.

Maar boos op Ahok? Heti schudt haar hoofd. Hij heeft als gouverneur goede dingen gedaan, zegt ze. Haar kinderen kunnen nu gratis naar school, ze krijgen gratis gezondheidszorg. Ze woont niet meer in een huis waar ze om de zoveel tijd tyfus oploopt. Toch stemt ze woensdag op Anies. Glinsterende ogen: „Hij heeft beloofd dat het appartement van mij kan worden.” Dat is haar meer waard dan alleen droge voeten.

Contact

Wil je in contact met Eva komen? Stuur haar dan een bericht en ze zal z.s.m. reageren.

Not readable? Change text. captcha txt