Door Eva Oude Elferink / 28 augustus 2016
Nog één keertje kwamen ze zaterdag vanuit heel het land samen; de mannen en vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog tegen de Duitsers hadden gestreden in het verzet.
Jaap Rus is zelf komen rijden. “Hoe had ik hier anders moeten komen?” Helderblauwe ogen glinsteren van achter zijn borstelige wenkbrauwen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat Rus als 92-jarige vanuit Vlissingen naar Doorn is gereden, zo’n tweehonderd kilometer verderop. Gaat nog prima, zegt hij. Met beide handen trekt Rus zachtjes aan de revers van zijn jasje waarop een glimmende V en een strikje in oranje, rood, wit en blauw zijn gepind. Vroeger kwamen ze hier met bussen vol naartoe, zegt hij, en hij haalt dan zijn schouders op. “Nu is er niemand meer over.”
Nog één keertje kwamen ze zaterdag vanuit heel het land samen; de mannen en vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog tegen de Duitsers hadden gestreden in het verzet. Vanaf de eerste Dag van het Verzet, in 1974 in het leven geroepen door de Nationaal Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland, was het hun jaarlijkse ritueel geworden. Een moment om oude vrienden terug te zien, om de altijd aanwezige herinneringen op te halen. Maar aan dat ritueel is een einde gekomen.
“Het heeft geen zin meer”, zegt Loek Caspers, secretaris van de Nationaal Federatieve Raad en de overkoepelende Stichting Samenwerkend Verzet 1940 – 1945 (SSV). Ouderdom heeft de ooit uit bijna 9.000 leden tellende groep teruggebracht naar 116 man. Ruim de helft zit in een verzorgingstehuis. Met haar 92 jaar is Caspers zelf een van de jongste leden. “Vorig jaar waren we hier met 28 oud-verzetsmensen, dit jaar zijn het er nog maar 22.” De rest bestaat uit weduwen en begeleiders, zegt ze. “Sommigen hebben zelfs twee begeleiders mee.”
Knoop doorgehakt
Na de reünie van vorig jaar, waarbij ter ere van zeventig jaar bevrijding ook koning Willem-Alexander aanwezig was, werd de knoop doorgehakt. Nog één laatste keer zou de Dag van het Verzet worden georganiseerd. Dus komen zij die daar fysiek de puf voor hebben zaterdag naar De Basis; een uit wit steen en hout opgetrokken gebouw op een steenworp afstand van de marinierskazerne in Doorn. Geen toeters en bellen op het programma. Alleen koffie met gebak, enkele speeches, lunch. “Anders wordt het te veel voor de mensen”, zegt Caspers, zelf nog een beetje buiten adem van de reis hiernaartoe.
Zij is het die heel deze dag op poten heeft gezet. Met de hulp van Evelien Visscher, secretaresse bij De Basis. Een vrouw met een bos grijze krullen en kordate tred. Als de genodigden zaterdagochtend door de schuifdeuren naar binnen schuifelen, snelt Visscher achter de balie vandaan om hen naar de ontvangstzaal te wijzen (“Er is koffie!”). Drukker heeft ze het met de toegestroomde cameraploegen en schrijvende pers, die strikte instructies meekrijgen (“Geen interviews tijdens de lunch!”).
Loek Caspers heeft haar portie wat dat betreft al gehad. De afgelopen dagen rinkelde haar telefoon onophoudelijk. Vrijdag stonden twee cameraploegen bij haar thuis in Den Haag op de stoep. Het is druk, zegt ze. “Maar iemand moet het doen.” Daarbij: Caspers is niet het type is om stil te zitten. Ze was amper negentien toen ze actief werd bij het verzet op de Utrechtse Heuvelrug. Ze bracht Joodse kinderen naar veilige adressen, vervoerde wapens, was lid van een knokploeg. Loek was haar schuilnaam, maar ook na de oorlog bleef ze zich zo noemen.
“Mijn echte naam weet ik niet meer.”
Allemaal een verhaal
Zo hebben alle aanwezigen hun verhalen. Er zijn Engelandvaarders, Indiëstrijders. Mensen die gevangen hebben gezeten, die zijn verraden. Mensen die naasten hebben verloren, soms op het allerlaatste moment. Zoals de 92-jarige Jenny Hogenhout, een kleine, frêle vrouw uit Bilthoven met een aanstekelijke lach, wier verloofde daags voor 5 mei verdronk in de Vecht terwijl hij op de vlucht was voor Duitsers – Duitsers die op dat moment nog niet wisten dat zij de wapens al hadden neergelegd. Hij was het die Hogenhout bij het verzet haalde. En nu is zij hier voor hem, zegt ze.
“Eigenlijk wil mijn lichaam niet meer, maar ik doe dit ook als een afsluiter voor mijn verloofde.”
Als de 93-jarige voorzitter van de SSV de zaal even daarvoor om een minuut stilte vraagt, ter nagedachtenis aan “zij die zijn heengegaan”, knijpt Hogenhout stevig in haar papieren zakdoekje. Het is een zeldzaam moment van weemoed, tussen de taartjes en saté door. Er wordt vooral gekletst, gelachen. Begeleiders rijden rolstoelen naar nabijgelegen tafels, zodat oude vrienden elkaar kunnen begroeten. Vanuit een vergulde lijst die op een tafeltje is geplaatst, kijkt koningin Wilhelmina toe. Op de achtergrond klinkt swingmuziek.
Jaap Rus weet nog goed dat de Britse zangeres Vera Lynn, bijnaam The Forces’ Sweetheart, een keer voor hen kwam zingen tijdens de Dag van het Verzet. Rus: “Zij was heel bekend tijdens de oorlog.” Het waren de tijden van de nog volle bussen, met naderhand “sublieme Indische rijsttafels”. “Het Feest van de Verbroedering, zo noemden we deze dag altijd”, zegt hij. Natuurlijk is het jammer dat het hierna voorbij is. Maar het is niet anders, zegt Rus.
“Op een gegeven moment moet je gewoon zeggen, ‘jongens, het was goed zo’.”
Bij de uitgang tilt Evelien Visscher de een na de andere doos uit een kantoortje en stalt de inhoud op een lange tafel bij de balie. Doosjes met vulpennen, stapels boeken (“101 Vrouwen en de Oorlog”), rode zitkussens met daarop de tekst: ‘Dag van het Verzet 2013’. Presentjes voor de aanwezigen, over van voorgaande jaren. Mag allemaal mee, zegt Visscher.
“Voor het is het tenslotte gemaakt. Anders verdwijnt het straks bij de bingo, dat is ook zo zonde”
Jaap Rus werd tijdens de bijeenkomst onwel en lag zondagavond nog in het ziekenhuis. Het gaat naar omstandigheden goed met hem.
STICHTING SAMENWERKEND VERZET 1940-1945
De Stichting Samenwerkend Verzet werd in 1979 opgezet als koepelorganisatie voor de Nationale Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland, de Nederlandse Vereniging van Ex-politieke gevangen en de Nederlandse Vereniging van Pilotenhelpers uit de Tweede Wereldoorlog. Later kwamen ook de overige organisaties van oud-verzetsstrijders onder de SSV te vallen. Een aantal zijn inmiddels opgeheven, vanwege het wegvallen van leden.
Naast lezingen en protestacties (bij reünies van oud-SS’ers, tegen gratieverzoeken van oorlogsmisdadigers), is een kerntaak van de SSV het geven van voorlichting op scholen. Ook is de SSV verantwoordelijk voor de aanleg van het Bos der Onverzettelijken in Almere. Hier werden 2133 bomen gepland; een voor iedere verzetsstrijder die tijdens de oorlog werd gefusilleerd.