De Volkskrant

Door Eva Oude Elferink / 25 maart 2013

Het voelt raar: de woorden ‘seks’ en ‘kind’ in één adem noemen. Zeker sinds de gruwelen van de Amsterdamse zedenzaak ligt hysterie op de loer. Tijdens bijeenkomsten in Tilburg en Amsterdam leren ouders en kinderopvangbegeleiders praten over seksuele opvoeding. ‘Dit gaat mij dus te ver.’

MEDEWERKERS OPVANG

TILBURG ‘Plasser’, ‘sneetje’, ‘plasgaatje’. Om de beurt sommen de pedagogisch medewerkers van de Tilburgse kinderopvang NulVier synoniemen op voor het woord ‘vagina’. Hoe verder ze het rijtje aflopen, hoe groter de hilariteit. Prijswinnaar is ‘flamoes’: een typisch Brabantse vinding. ‘Weet je hoe een meisje uit mijn groep het laatst noemde?’ zegt Thalita Sahalessy (21) met grote ogen. ‘Poesje. Daar raakt een kind toch van in de war? Wat nu als een ander kind zegt: wil je mijn poesje aaien? En dan een echte bedoelt.’

Daar begint het dus al. Hoe benoem je als begeleider van een kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang het geslachtsdeel van een kind. Volg je de ouders? En wat als kinderen aan elkaar gaan zitten? Wanneer wordt doktertje spelen meer dan een onschuldig spelletje? Sinds de Amsterdamse zedenzaak ligt de kinderopvang onder een vergrootglas. Protocollen richten zich vooral op de preventie van seksueel misbruik, maar laten vaak achterwege hoe om te gaan met seksueel gedrag van jonge kinderen. Met als gevolg dat veel begeleiders worstelen met de vraag: wat is normaal?

Tijdens een tweedaagse training leren vijftien medewerkers van NulVier wat ze kunnen doen. Op tafel liggen kinderboeken met titels als Waar was ik voordat ik er was? Bladerend door het boekje, bedoeld voor 4- tot 6-jarigen, houdt Shirley de Vaan (26) stil bij een tekening van een man en vrouw onder de dekens. Ter hoogte van hun geslachtsorganen is te zien wat daar gebeurt, met daarnaast een tekening van een eicel en een spermacel. ‘Dit gaat mij dus te ver’, zegt De Vaan tegen haar groepsgenoten. ‘Ik wil best aan een 4-jarige uitleggen wat seks is, maar de plastische details, dat is aan de ouders.’

De Vaan vindt dat je alles moet bespreken, ook met de ouders. ‘Anders loop je het risico dat er misverstanden ontstaan. Dat kinderen thuis vertellen dat Pietje zijn piemel heeft laten zien en ouders zich rot schrikken om niets.’ Ze weet nog goed de eerste keer dat zij zo’n ‘gesprekje’ moest voeren. ‘Ik had een kindje in mijn groep die het lekker vond om op een bepaalde manier te bewegen. Midden in de klas, voor alle andere kinderen. Hoe ga je dat uitleggen aan de ouders? Je weet niet hoe ze zullen reageren.’ In dit geval gelukkig goed, zegt De Vaan. ‘Daarna gingen dat soort gesprekjes veel gemakkelijker.’

Er is een zekere mate van hysterie ontstaan, zegt pedagoge Channah Zwiep. Behalve in de kinderopvang geeft ze ook trainingen op scholen en aan ouders, en doet ze onderzoek naar de seksuele ontwikkeling van kinderen. ‘Dat heeft deels te maken met hoe dingen in de media zijn gepresenteerd. Een 6-jarig jongetje dat op school ongepast gedrag heeft vertoond en vervolgens in chocoladeletters wordt weggezet als aanrandertje, dat is buitenproportioneel. Ouders zien dat en worden bang.’

Aan de hand van kaartjes met situaties als ‘Lea heeft een nieuwe prinsessenonderbroek en laat die de hele dag aan andere kinderen zien’ discussiëren de medewerkers over hoe zij zouden reageren. Aanspreken, vindt de één. Laten begaan, vindt een ander. En waar trekken ze de grens? Bij de peuters is het allemaal nog niet zo lastig, vindt Nicole IJpelaar (24). ‘Die zitten in een fase dat ze hun shirt omhoogtrekken om lichaamsdelen te benoemen. Meer niet.’ Doktertje spelen doet iedereen, beaamt De Vaan. ‘Waar wij de grens trekken, is als we zien dat een kindje zich er niet fijn bij voelt.’

Sandra van de Logt – Leemput (32) leest hardop voor wat er op haar kaartje staat. ‘Wat is neuken?’ Lachend: ‘Ik hoop dat dit bij mijn eigen zoontje van 5 voorlopig nog niet ter sprake komt.’ Maar wat zou je antwoorden, wil Zwiep weten. ‘Ik zou uitleggen dat het iets is wat mensen doen als ze veel van elkaar houden.’ Noem het beestje gewoon bij de naam, werpt een collega tegen. ‘Een man en een vrouw vinden elkaar lief, ze strelen elkaar en de penis gaat in de vagina. Punt.’

DE OUDERS

AMSTERDAM Twaalf ouders staren naar de woorden tegenover hen op de beamer. ‘Jullie zoon/dochter (5) speelt doktertje met het buurmeisje (7). Je treft hen bloot in hun kamer. Hoe reageer je?’ Even blijft het stil, dan: ‘Zoiets is mij laatst overkomen.’ Alle ogen schieten naar de moeder die heeft gesproken. Zelf kijkt ze naar haar handen. ‘Ze waren niet helemaal bloot’, haast ze zich te zeggen. ‘Maar toen ik mijn dochtertjes kamer inliep, hadden zij en het vriendje met wie ze speelde wel een aantal kledingstukken uitgetrokken. Ze speelden billendoktertje, vertelde ze mij later. Dat wilde hij graag.’

Tot dan toe hadden de meeste aanwezigen op de ouderavond van kinderopvang Mirakel in Amsterdam, zich stil gehouden. Het thema van de bijeenkomst, ‘de seksuele opvoeding van kinderen’, ligt gevoelig. Maar na de billendokter-bekentenis komt de discussie los. ‘Ik heb hetzelfde gehad met mijn dochtertje’, zegt de zwangere Esther Middelhoven (35). ‘Ik schrok me te pletter. Maar juist omdat ik zo geschrokken reageerde, zag ik dat zij zich heel schuldig voelde.’ Het is ons eigen verkrampte gevoel, beaamt een vader. ‘Het is lastig om dat zomaar even opzij te schuiven.’

Praten over je peuter die masturbeert of te pas en te onpas zijn kleren uittrekt: niet alle ouders vinden het even gemakkelijk. Een reeks incidenten, aangevoerd door de Amsterdamse zedenzaak, heeft de seksualiteit van jonge kinderen tot een zwaar beladen onderwerp gemaakt. Dat dit de ingrijpende gevolgen kan hebben, bleek afgelopen jaar in Hillegom. Daar werd een 6-jarig jongetje van school gestuurd omdat hij ‘grensoverschrijdend seksueel gedrag’ had vertoond. Toen een andere school hem wilde toelaten, probeerden een aantal ouders dit via een kort geding te voorkomen.

‘Mensen raken zo snel in paniek’, zegt Fabienne (38) kijkend naar haar man Ilan (37). Laatst nog kwam een van de begeleiders van Mirakel haar vertellen dat hun zoontje van 4 een spelletje ‘tong tegen tong’ had gespeeld met een ander jongetje. ‘Dat jochie had blijkbaar gezegd: laten we allebei onze tong uitsteken en tegen elkaar aan houden. Over zoiets kun je dan heel moeilijk gaan doen, maar waarom zou je? Het is geen drama. Je hebt het hier over kinderen van 4.’ Mensen moeten dingen niet erger maken dan ze zijn, beaamt Sebas (42). ‘Mijn meisje van 6 heeft ontdekt dat ze de douchekop lekker vindt. Nou, ga je gang.’

Niet iedereen is zo zeker van zijn zaak. Als pedagoge Channah Zwiep de ouders vraagt of ze denken dat kinderen eerder aan seks beginnen als ze vroeg worden voorgelicht, blijft het stil. Sommigen schudden hun hoofd, anderen staren naar de kindertekeningen aan de muur. ‘Ik denk het niet’, zegt een moeder voorzichtig. ‘Maar ik hoor het graag van jou.’ Het antwoord is nee, zegt Zwiep. ‘Voorlichting is niet alleen vertellen hoe baby’s worden geboren. Het gaat erom dat je je kind stimuleert keuzes te maken. Iemand over de rug kriebelen mag, maar stokjes ergens instoppen is gevaarlijk.’

Naarmate de avond vordert, worden de ouders steeds losser. Als Laurette (43) vertelt dat haar dochter het wel érg leuk vindt om in elke lantaarnpaal te klimmen die ze tegenkomt, heeft ze de lachers op haar hand. Verhalen over in bomen klauteren en over de grond wrijven vliegen over en weer. Het is toch wel fijn om een deskundige hierover te horen, verzucht Middelhoven. ‘Het blijft lastig. Mijn dochtertje roept nu bij iedereen die ze ziet knuffelen ‘Baby! baby!’, omdat ik heb verteld dat baby’s zo worden gemaakt.’ Ze lacht en wrijft over haar zwangere buik. ‘Maar ja, hoe moet je dit anders aan een kind van 6 uitleggen?’

Contact

Wil je in contact met Eva komen? Stuur haar dan een bericht en ze zal z.s.m. reageren.

Not readable? Change text. captcha txt