Door Eva Oude Elferink / 27 februari 2013
Als de bezuinigingen op de AWBZ doorgaan, mogen in de toekomst alleen nog zwaar verstandelijk beperkten in een groepshuis wonen. ‘Een heel netwerk valt dan weg.’
AMSTERDAM Een voor een legt Jaap Helsloot (54) de stiften terug in het plastic bakje. Hij neemt altijd zijn eigen stiften mee, zegt Jaap. En zijn tekenblok. Vandaag heeft hij een boot getekend, een blauwe met een roze mast. Jaap tekent graag. Boten, vliegtuigen. Hij is een keer naar Turkije gevlogen. Daar heeft hij ook zijn tatoeages laten zetten. Hij stroopt zijn mouw op. ‘Een Harley’, zegt hij glunderend. Zelf heeft Jaap een zwarte Kimco, maar vandaag is hij met de tram. ‘Samen met Jos, want die kent alle trams in Amsterdam.’
Jaap en Jos Vreling (71) wonen samen in een groepshuis voor verstandelijk beperkten in Amsterdam-Noord, maar op dinsdag pakken ze de tram naar een locatie in het centrum. Om te knutselen, of een glaasje limonade te drinken met andere bewoners.
Het is de vraag of dat straks nog kan. Als de voorgenomen bezuinigingen op de AWBZ, de bijzondere ziektekostenregeling, doorgaan, mogen in de toekomst alleen nog zwaar verstandelijk beperkten in een groepshuis wonen. Jaap, zorgzwaartepakket (zzp) 4, en Jos zorgzwaartepakket 3, zijn dan aangewezen op hulp van de gemeente. Net als in de ouderenzorg wil staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid dat straks alleen nog de ernstigste gevallen aanspraak kunnen maken op de landelijke regeling.
Maar volgens onderzoekers van de Erasmus Universiteit in Rotterdam selecteert de staatssecretaris te streng: de dagelijkse zorg voor verstandelijk gehandicapten in zzp 3 en met name zzp 4 is te veel gevraagd voor huisartsen, de thuiszorg en familie en vrienden. Deze groepen kampen met een te ernstige opeenstapeling van beperkingen en chronische ziekten.
‘Een gevaarlijke beslissing’, zegt Mathilde Corsten, gebiedsmanager van Stichting Philadelphia. ‘Voor deze mensen is een heel netwerk opgebouwd. Dat valt dan weg. Wie gaat straks controleren of ze wel gezond eten, of ze überhaupt onder de douche gaan? Moet een gemeenteambtenaar dat straks doen?’ Volgens Corsten kunnen mensen zoals Jaap zich niet zonder constante begeleiding redden. ‘Zij zijn misschien wel helder bespraakt, maar hebben het denkvermogen van een kleuter. Sommigen kunnen niet klokkijken, hebben geen notie van geld. Hoe moeten zij straks hun boodschappen doen?’
De bewoners hebben geen idee van de dreiging die hen boven het hoofd hangt. Aan tafel in de recreatieruimte zit alles door elkaar, van zzp 1 tot zzp 5. Jaap is de gangmaker. Hij deelt zijn stiften uit, maakt grapjes. Tegenover hem zit Anita Wieringa (63) met gebogen schouders te staren naar de verjaardagskaart die ze zojuist heeft geknutseld. Anita, zzp 5, maakt graag verjaardagskaarten. Alle kaarten die zij zelf ooit heeft gekregen, bewaart ze in haar kamer in een kartonnen doos. ‘Wil je er ook een?’ Anita staat op en schuifelt naar de deur. Hoelang ze hier nu al woont? Bedachtzaam kijkt Anita naar haar roze gelakte nagels.
‘Een jaar’, zegt ze dan voorzichtig. ‘Nou, wel iets langer’, zegt Andrea van der Kolk, beheerder van de groepswoning. Anita kijkt verward om. ‘Langer dan een jaar?’ Misschien zelfs langer dan twee jaar, zegt Van der Kolk. ‘Aha.’ Even zakt Anita’s blik weg dan veert ze weer op. ‘Neem je wel kinderen?’, zegt ze tegen Andrea. Andrea antwoordt dat ze die al heeft. ‘O ja.’ Of Anita zelf kinderen heeft? Ze schudt haar hoofd. ‘Ik heb wel een pop. En beren.’
Vroeger woonde Anita bij haar oma. Maar toen die naar het bejaardentehuis moest, kwam Anita in een groepshuis van Philadelphia wonen. Eerst op een andere locatie, maar nu woont ze al ruim twee jaar hier samen met elf anderen.
‘Hier is meer begeleiding, dat heeft Anita nodig’, zegt Van der Kolk. Zelf douchen kan ze niet, zichzelf aankleden evenmin. Als niemand haar bezighoudt, zou ze de hele dag slapen.
In het groepshuis werken nu zeven medewerkers, maar Van der Kolk vraagt zich af voor hoe lang nog. ‘Met wat er nu allemaal gebeurt, is het lastig om niet cynisch te worden.’ Ze knikt naar een Loesje-poster die aan de muur hangt. ‘Bezuinigingen zorg – En je douchebeurt kun je winnen met Bingo’, staat erop. Daaronder is met stift een smiley getekend.
In de recreatieruimte maken Jaap en Jos zich klaar om de tram naar huis te pakken. Ze moeten op tijd terug zijn voor het avondeten, zegt Jaap. Wat er op het menu staat? ‘Geen idee. In elk geval geen aardappels’, zegt Jaap. Want normaal schillen zij die. Dan, met twinkelende ogen: ‘Misschien een boterham met pindakaas.’