schermafbeelding-2013-07-05-om-10-01-30
Het Parool

Door Eva Oude Elferink / 7 juni 2013

Emmelie Koster (26) was student toen ze bij wijze van grap een online kunstgalerie begon. Nu trekken haar pop-upexposities in de hele wereld duizenden bezoekers.

In één teug slaat Emmelie Koster haar tweede espresso achterover. Sorry, zegt de oprichtster van No Man’s Art Gallery. Ze is die middag geland vanuit Sjanghai en is dus nog niet helemaal scherp. Slecht geslapen. Misschien is het ook de roes. Ruim vijftienhonderd mensen bezochten de tijdelijke expositie die zij onlangs organiseerde in een oud warenhuis aan de rand van China’s grootste stad. Ze grijnst. “Soms vraag ik mij oprecht af hoe dit nu mijn leven kan zijn.”

Het begon allemaal met een schilderijtje. Een ontzettend lelijk ding, volgens Koster. Het was 2010. Koster, cum laude afgestudeerd aan de rechtenfaculteit in Amsterdam, was net aan een tweede master begonnen toen de verveling toesloeg. Ze ging naar de Xenos, kocht wat doeken en verf en begon te schilderen. Niet omdat ze daar talent voor had, maar omdat het heerlijk is klodders verf op een doek te smeren.

Een groot succes was het niet. Maar de doeken weggooien leek Koster zonde te zijn; er zou immers altijd wel een gek te vinden zijn die ze wilde kopen. Voor 25 euro zette ze de kunstwerken van Bob Koster – het pseudoniem waaronder ze tijdens een eerdere vlaag van verveling advertenties had geplaatst in NRC Handelsblad en Trouw en ‘zijn’ diensten had aangeboden als privédetective – op Marktplaats. Geen haan die ernaar kraaide. Ze besloot het professioneler aan te pakken en maakte een website.

No Man’s Art Gallery

“Het was bedoeld als grap: no man’s, niet van een man. Maar al snel kreeg ik het portfolio opgestuurd van een kunstenaar die dacht dat mijn galerie echt was. Hij wilde dat ik zijn werk zou exposeren. Ik had met de billen bloot kunnen gaan, maar ik verveelde me en dacht dus: als ik hem nu vertel dat ik weinig ervaring heb, lieg ik niet en heeft hij geen valse verwachtingen. Maar ik voelde me toch een beetje schuldig. Dus organiseerde ik een expositie in de oude flat van mijn oma.”

En?

Lacht. “Die avond was er een heftige sneeuwstorm. Ik wil niet zeggen dat het daaraan lag, maar er kwam niemand. Nou ja, tien mensen. Maar ik vond het erg leuk. En niet lang daarna woonde ik voor mijn studie even in Hamburg. Op een avond wandelde ik door de haven en zag ik zo’n gaaf gebouw. Oud, industrieel. Ik liep naarbinnen en vroeg op de gok of ik er een keer mocht exposeren. Dat mocht. Hoe het heeft kunnen gebeuren, weet ik nog steeds niet. Maar op de openingsavond verschenen zeshonderd mensen. En ze kochten nog werk ook!”

Kunst van Bob Koster?

“Nee, ik heb internet afgestruind en ben door de stad gelopen op zoek naar werk dat ik tof vond. Via de ene kunstenaar kwam ik bij de andere terecht. Uiteindelijk hing er kunst van elf mensen, onder wie de kunstenaar van mijn eerste expositie. Wat goed werkte, is dat de locatie geheim bleef voor wie zich niet had aangemeld via de website. Ik was daarmee begonnen in Rotterdam, omdat ik mijn oma’s adres niet online wilde zetten. Maar in Hamburg leidde het tot een soort buzz. Mensen zijn toch nieuwsgierig.”

Ineens had je een kunstgalerie.

“Ik herinner me dat ik na die expositie thuis zat en dacht: hoe heeft dit kunnen gebeuren? Toen ik voor mijn studie vervolgens voor drie maanden naar Mumbai verhuisde, besloot ik het nog een keer te proberen. Als het daar mislukte, zou er toch niemand achter komen. Maar het werd een enorm succes. Kranten schreven erover, de Indiase Vogue. Heel bizar.”

Toch wilde je strafrechtadvocaat worden.

“Als klein meisje was dat al mijn droom. Maar toen het eenmaal zo ver was, voelde ik mij er nog niet klaar voor. Ik was 24 jaar en kwam net terug uit India. Ik dacht dat ik het wel kon combineren: doordeweeks advocaat zijn en in het weekend No Man’s runnen. Niet dus. Ik moest een keuze maken. Ik liep bij mijn baas binnen om over mijn twijfels te praten en kwam naar buiten zonder baan.”

Je gaf je droomcarrière op?

“In de trein naar huis dacht ik: wat heb ik gedaan? Tegelijkertijd realiseerde ik mij door het succes in Mumbai dat ik een gat in de markt had ontdekt. Ik werk alleen met jonge, onbekende kunstenaars. Normaal krijgen zij zelden de kans internationaal te exposeren, omdat galeriehouders het risico niet aandurven. Ik heb gemerkt dat het juist een enorme spurt kan geven aan hun carrière. Het werk van sommigen van mijn kunstenaars, zoals Bertrand Peyrot, is drie keer zo veel waard geworden.”

Maar het is toch ook een risico?

“Als je kunst alleen als investering koopt, is er altijd een risico. Maar niet als je kunst koopt omdat je die mooi vindt. Sowieso verkoop ik geen werk voor belachelijke bedragen. Je koopt dus nooit een kat in de zak.”

Je bent net terug uit Sjanghai en daarvoor exposeerde je in Parijs en Kopenhagen. Je hebt zelfs stagiaires. Heb je nog steeds het gevoel dat je maar wat aan het doen bent?

“Ik ben geen kunstkenner; ben ik ook nooit geweest. Maar ik heb wel vertrouwen gekregen in mijn smaak. Tijdens de expositie in Parijs kwam Béatrice de Rothschild, de vrouw van een vroegere directeur van het Louvre, langs. Ze was nog geen twintig minuten binnen of ze had al een werk gekocht. Ze was dolenthousiast. Dat iemand met zo veel kennis en zo’n uitgebreide collectie mij complimenteerde, betekende veel voor me.”

Zie je jezelf ooit teruggaan naar de advocatuur?

“Ja. Soms mis ik die wel. Het spel, de intellectuele uitdaging, een tegenstander die ik kan verslaan. De exposities duren maar een week. Voordat mensen kritiek kunnen hebben, ben ik alweer weg. Maar ik ben nu nog jong. Ik heb geen relatie, geen kinderen. Voor dit moment heb ik de beste baan van de wereld.”

Contact

Wil je in contact met Eva komen? Stuur haar dan een bericht en ze zal z.s.m. reageren.

Not readable? Change text. captcha txt