Door Eva Oude Elferink / 24 september 2011
Louise Korthals (27) won in april op het Amsterdams Kleinkunst Festival de Wim Sonneveldprijs voor aanstormend kleinkunsttalent. Ze is nu bezig aan een landelijke tournee met de andere twee finalisten. ‘Het is maf. Plotseling gaan mensen iets van je vinden.’
Haar donkere haar valt geregeld voor haar gezicht als ze vol enthousiasme praat. Glinsterende groene ogen, een brede lach. Louise Korthals heeft alle reden om te stralen. Net afgestudeerd aan de Koningstheaterakademie voor cabaret in Den Bosch won ze begin april het concours om de Wim Sonneveldprijs voor aanstormend kleinkunsttalent.
Sindsdien staat ‘Wim’ op een box naast haar televisie en gaat ze door het leven als ‘de winnares’. “Het voert de druk wel lekker op als je zo wordt aangekondigd.”
Korthals toert nu door het land met de andere twee finaleacts van het Amsterdams Kleinkunst Festival (AKF). “Ik zou er graag nog wat aan schaven,” zegt ze bijna verontschuldigend.
De voormalige sociologiestudente doelt op haar debuutprogramma Het absolute einde, bestaande uit poëtische liedjes en luchtige conferences. De AKF-jury onder leiding van Hijlco Span, radio- en programmamaker bij de NCRV, noemde haar een belofte voor de toekomst. Maar Korthals blijft een perfectionist. “Ik ben nog maar een beginner.”
Ze is zelf haar grootste criticus en dat weet ze. Altijd al geweest. Het is ook één van de redenen waarom ze ondanks haar liefde voor toneel niet meteen een toneelopleiding volgde. “Ik was bang dat mijn droom niet zou uitkomen. Dat een stel zure mannen en vrouwen tegen mij zou zeggen: ‘Nee, sorry je hebt het echt niet.”
Ze ging dus sociologie doen, maar besloot het er na haar bachelor alsnog op te wagen. Met succes. In december studeerde ze af aan de Koningstheaterakademie. Het was een roerige periode, want nog geen jaar eerder verloor Korthals onverwacht haar vader, terwijl haar moeder herstellende was van een lang ziekbed.
Het absolute einde, dat ze voor het kleinkunstfestival schreef, is haar eerste eigen programma. In één van de liedjes beschrijft ze hoe ze over de tuin van haar vader uitkijkt. “Ik wilde geen stuk maken waarbij mensen zouden denken: wat een zielig meisje. Maar toen ik begon met het AKF, was het verlies van mijn vader nog volop in mij aanwezig.”
Ze ziet hem niet als het onderwerp, meer als een ‘meewerkend voorwerp’. “Voor mij is het de kunst om iets persoonlijks universeel te maken. Ik ga niet op het podium staan om over de privépersoon Louise te praten.”
Het was continu zoeken naar een grens. “Wanneer wordt het therapietheater en wanneer ontstijg ik dat? Tijdens het schrijven had ik al snel de neiging te denken: dit wordt loodzwaar, er moet een grappige act in het midden. Later realiseerde ik me dat de lucht juist zit in het feit dat het materiaal dicht bij mezelf ligt. Soms vergeet ik hoeveel je tegen je publiek kunt zeggen.”
Het gaat niet om kwetsbaarheid, maar om een zekere waarachtigheid, vindt ze. “Ik wil mensen raken met oprechte gevoelens. Of ze weten waar die gevoelens vandaan komen, is minder belangrijk.”
Op het podium wordt Korthals slechts begeleid door een pianist. De komische openingsconference waarin haar gestreste alter ego zegt ‘lekker ontspannen’ te zijn, wordt gevolgd door liedjes als Het hiernamaals is gesloten, waarin ze zingt over de eindigheid der dingen en de druk die dat met zich meebrengt.
Volgens tekstschrijver Jurrian van Dongen, haar docent op de theateracademie, zijn er geen vrouwelijke cabaretiers die op vergelijkbare wijze humor en engagement combineren; Korthals zou de melancholie van een man hebben.
Ze snapt die vergelijking wel. “Mijn conference-elementen zijn vaak geïnspireerd op het werk van mannen.” Ze noemt cabaretier Paul van Vliet. “Fenomenaal hoe hij de switch maakt tussen humor en diepgang.”
Ze glundert als ze praat over het juryrapport over Het absolute einde. “Er stond in dat het wezenlijk ergens over gaat. Dat was vooraf mijn grote worsteling. Ik vond het belangrijk om iets te zeggen zonder de alwetende uit te hangen.”
“Opeens was ik ‘de winnares’. Het is maf. Mensen gaan over je schrijven, dingen van je vinden. Ik had het idee dat ik iets moest waarmaken.” Met de bijkomende kritiek moet ze naar eigen zeggen nog leren omgaan. “Het liefst ben je bij iedereen geliefd, maar tegelijkertijd weet ik ook dat er altijd mensen zullen zijn die geen fan van mij zijn.”
Ondanks alle lovende kritieken blijft Korthals nuchter. “Ik ben supertrots. Tegelijkertijd is dit pas mijn eerste eigen programma. De komende tien jaar ben ik nog wel zoekende naar de juiste vorm.”
Roem? Ze haalt haar schouders op. “Voor nu vind ik het belangrijker dat ik me op het podium niet langer laat remmen door twijfels, maar dat ik het plezier ten volle ervaar. Pas als ik geniet, geniet mijn publiek ook.”