Door Eva Oude Elferink en Anna Vossers / 1 september 2015
Stabiel en conservatief, is het imago van familiebedrijven. Hoe bereidt de jonge generatie zich voor op het overnemen van ‘de zaak’?
Wat als je in een familie wordt geboren die een generaties oude on derneming runt? Hoe beslis je eigenlijk of je je ouders opvolgt?
Aukje (36) en Bas (37) Kuypers zijn de vierde generatie van installatiebedrijf P.G. Kuijpers & Zonen (168 miljoen euro omzet en 850 werknemers in 2014). Het bedrijf ontwerpt, bouwt en onderhoudt technische installaties: van sprinkles tot airco’s. Aukje is er sinds twee jaar directievoorzitter, Bas is verantwoordelijk voor de strategie en innovatie. Ze vertellen hoe dat is gegaan.
Aukje: „Onze vader riep op een gegeven moment alle kinderen bij elkaar, we hebben ook nog een zus, en kwam toen met De Grote Vraag. „We hebben een mooi bedrijf. Ik zie dat als een familiebedrijf. Wat vinden jullie daar eigenlijk van?’”
Bas: „Dat was vlak voordat we gingen studeren.”
Te veel verantwoordelijkheid
Aukje: „Natuurlijk wisten we daarvoor wel dat het zijn bedrijf was. Als we op vakantie gingen, reden we er ook altijd langs. Even controleren of de deur goed dichtzat. Maar tot dat moment had ik er niet over nagedacht of ik daar zelf een rol in zou kunnen spelen.”
Bas: „Mijn vader was op dat moment de enige aandeelhouder, zijn broers werkten er niet meer. Hij wilde onze ambities polsen. Zouden wij het überhaupt willen overnemen?”
Aukje: „En zouden we het kunnen? Hartstikke leuk die achternaam, maar je hebt wel een bedrijf te runnen. We reageerden heel primair. Ik zei: ‘Dat kan ik niet, te veel verantwoordelijkheid’. Jij: ‘Goed plan, gaan we doen’.”
Bas: „Bij de eerste generatiewisseling werden zeven dames, onze oudtantes, even opzijgeschoven voor hun broers. Zij kregen alleen administratieve taken. De schijnwerper was best groot.”
Aukje: „Mensen buiten het bedrijf hebben hun mening altijd klaar. ‘De oudste zoon gaat opvolgen’. Logisch eigenlijk, want zo ging dat vroeger. Mijn interesse is door de jaren heen gegroeid. Na dat eerste gesprek ging het gezin eens in de zoveel tijd met elkaar aan tafel zitten om ‘meer gestructureerd’ over het bedrijf te leren. Aukje: „Toen ging het voor mij pas echt leven.”
Druk om het goed te doen
Bas: „Het heeft mijn keuzes wel beïnvloed. Om bedrijfskunde te studeren, bijvoorbeeld. Ik wist dat ik iets met het bedrijf wilde, maar wat? Geen idee. Waar zit mijn toegevoegde waarde? Eenmaal in dat traject werd ik daar weleens zenuwachtig van, onzeker.”
Aukje: „We zijn bijna negenhonderd mensen groot, die verantwoordelijkheid voel ik heel sterk. Het is niet de bedoeling dat het bedrijf omvalt.”
Bas: „Als je negentien bent, kun je heel hard roepen dat je het supertof vindt, maar dan snap je nog niets van wat opvolging echt betekent. Pas toen ik mijn pasgeboren zoontje vasthield, veranderde mijn perspectief 180 graden. Het is heel leuk om papa te worden, maar ik besefte ook meteen: we hebben er één, we kunnen weer zeventig jaar vooruitkijken.”
Ze werkten na hun studie allebei korte tijd bij een ander bedrijf; Bas bij een marketingbureau, Aukje als trainee bij Fortis. Al had ze er toen ook al anderhalf jaar als directieassistent bij Kuijpers op zitten. Na de pensionering van hun vader , kwam de leiding van het bedrijf tijdelijk in handen van iemand van buiten de familie.
Bas: „Bij die meneer lag best een zware taak. Niet alleen moest hij de ontwikkeling van het bedrijf voortzetten, hij kreeg ook heel duidelijk de opdracht: kijk naar die jongelui. Waar worden ze enthousiast van? Hebben ze de potentie dit voort te zetten?”
Rolverdeling
Sinds twee jaar is Aukje directievoorzitter. Bas houdt zich bezig met innovatie.
Bas: „We zaten allebei in het management development-traject, gaandeweg ontstond een rolverdeling. Je merkt wat je wel en niet interessant vindt. Ik zie mezelf niet als een manager. Formeel rapporteer ik nu aan mijn zusje.”
Aukje: „Bas is de creatieve geest, mijn kracht ligt in het praktische, de strategie. Formeel neem ik de beslissingen.”
Aukje: „Maar we hebben hetzelfde voor ogen met het bedrijf, dat staat voorop. Het is niet vanzelfsprekend dat ik hier over twintig jaar nog zit. Als het bedrijf verandert en iemand met een ander profiel is nodig, dan ben ik de eerste om te zeggen ‘prima’. Als dat het beste is voor het bedrijf.”
De naam P.G. Kuijpers & Zonen blijft ondertussen onveranderd.
Aukje: „Zo heet het bedrijf al vanaf de eerste generatie. P.G. staat voor Petrus Gerardus, moet ik dat dan ook veranderen? En er dan ‘en dochters’ van maken? Nee.”
Bas: „Maar als de oudtantes nog hadden geleefd, zouden ze dat wel erg hebben gewaardeerd.”
NRC sprak met jonge ondernemers uit een familiebedrijf over hun voorbereiding op de overname van het bedrijf. Dit is het slot van een tweeluik.